body dysmorphia

Body dysmorphic disorder (BDD) en verslaving: hoe zelfbeeld en middelengebruik samenhangen


1472 keer gelezen sinds
14
minuten leestijd
14
minuten leestijd
1472 keer gelezen sinds

Body dysmorphia raakt veel meer dan alleen het uiterlijk. Het beïnvloedt relaties, prestaties, keuzes — eigenlijk alles wat iemand doet of laat. Wie hier langdurig mee worstelt, ontwikkelt vaak ook een patroon van middelengebruik om met de interne onrust om te gaan.

In een poging controle te krijgen over wat als ‘fout’ of ‘lelijk’ wordt ervaren, grijpen sommige mensen naar cosmetische ingrepen, strikte diëten of eindeloze huidverzorgingsroutines. Dat verzacht tijdelijk de scherpe randjes, maar verandert weinig aan het onderliggende zelfbeeld.

Voor de meeste mensen is dit juist het punt waarop ze afhaken — omdat het fysiek wel lukt om iets te veranderen, maar mentaal niet. Dat is het moment waarop compensatiegedrag toeneemt, en verslaving op de loer ligt.

Illustratie van verstoord zelfbeeld bij body dysmorphia
Body dysmorphia kan leiden tot obsessieve fixatie op details die voor anderen nauwelijks zichtbaar zijn.

Wat is body dysmorphic disorder?

Bij body dysmorphic disorder (BDD) is de manier waarop iemand zichzelf ziet structureel verstoord. Iemand kan zich volledig verliezen in één specifiek detail van zijn uiterlijk, terwijl anderen daar nauwelijks iets van merken.

Die fixatie kan gaan over huid, haar, neus, spieren of gewicht. Vaak zit het niet in wat er objectief te zien is, maar in hoe het wordt beleefd. En die beleving neemt alles over.

Veel mensen met BDD zijn ervan overtuigd dat anderen hen net zo kritisch bekijken als zijzelf. Die overtuiging is moeilijk los te laten — ook als je weet dat het niet klopt.

De gevolgen sijpelen door in alle levensgebieden. Denk aan uitstel van opleidingen, moeite met relaties, vermijdingsgedrag op werk, of het vermijden van doelen die ooit haalbaar leken. Het najagen van een droom voelt dan ineens riskanter dan niets doen.

Oorzaken van body dysmorphia

BDD komt voor bij ongeveer 1 tot 2% van de bevolking en ontstaat vaak in de tienerjaren. Mannen en vrouwen lijken in gelijke mate gevoelig te zijn voor deze aandoening. Toch verschilt de uitingsvorm per persoon.

Er is geen eenduidige oorzaak. Vaak is het een optelsom van biologische, psychologische en sociale factoren. Sommige mensen zijn gevoeliger voor schaamte of perfectionisme. Anderen hebben ervaringen meegemaakt die het lichaamsbeeld blijvend hebben beïnvloed.

Mogelijke risicofactoren

  • Opgroeien in een omgeving waar uiterlijk sterk werd bekritiseerd of benadrukt
  • Een plotselinge verandering in het lichaam, zoals littekens, acne of gewichtsschommelingen
  • Een verhoogde gevoeligheid voor emoties, vaak van jongs af aan aanwezig
  • Sociale druk via media, cultuur of leeftijdsgenoten
  • Eerdere ervaringen van misbruik, verwaarlozing of trauma
  • Laag zelfbeeld en moeite om interne waarde te voelen
  • Pesten of langdurige negatieve opmerkingen over het uiterlijk

DSM-5 criteria voor body dysmorphic disorder

Volgens de DSM-5, het diagnostisch handboek voor psychische stoornissen, zijn er vier hoofdcriteria waaraan iemand moet voldoen om een officiële diagnose body dysmorphic disorder (BDD) te krijgen. Deze criteria vormen de basis voor herkenning, behandeling en begeleiding.

  • Er is sprake van een voortdurende fixatie op vermeende gebreken of onvolkomenheden in het uiterlijk — die voor anderen nauwelijks zichtbaar zijn of als onbelangrijk worden ervaren.
  • De persoon vertoont herhaald gedrag als reactie op die zorgen, zoals spiegels checken, huidplukken of zich eindeloos vergelijken met anderen.
  • De preoccupatie belemmert het dagelijks functioneren op sociaal, werkgerelateerd of ander vlak en veroorzaakt emotionele belasting.
  • De zorgen over het uiterlijk zijn niet uitsluitend toe te schrijven aan gewicht of lichaamsvet zoals bij een eetstoornis het geval is.

Herkenbare symptomen van body dysmorphia

BDD verschilt per persoon, maar er zijn duidelijke patronen die vaak terugkomen. Hieronder een overzicht van gedragingen die regelmatig worden gezien bij mensen met deze stoornis:

  • Langdurig in de spiegel kijken en zichzelf kritisch bestuderen
  • Spiegels bewust vermijden om confrontatie uit de weg te gaan
  • Urenlang bezig zijn met uiterlijke verzorging of camoufleren
  • Zichzelf voortdurend vergelijken met anderen
  • Sociale situaties vermijden of zich volledig terugtrekken
  • Een intens gevoel van afkeer of schaamte over het eigen lichaam

Voor sommige mensen voelt dit alles als normaal gedrag — tot de stress zich opstapelt en andere copingstrategieën niet meer werken. Dan wordt de neiging om te vluchten via middelengebruik sterker. Niet uit zwakte, maar omdat de mentale pijn zich ergens moet ontladen.

Grafische weergave van de psychologische impact van body dysmorphia
Body dysmorphia kan zich stil ontwikkelen, maar heeft ingrijpende gevolgen voor zelfbeeld en gedrag.

Relatie tussen body dysmorphia en verslaving

Onderzoek laat zien dat mensen met body dysmorphic disorder een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van verslavingsproblematiek. De innerlijke druk en continue zelfafwijzing kunnen leiden tot het zoeken van tijdelijke verlichting in middelengebruik.

Bijna de helft van de mensen met BDD geeft aan ooit een verslaving te hebben doorgemaakt. En van degenen die op het moment van diagnose nog in een verslaving zitten, noemt bijna 70% BDD als een directe aanleiding voor dat gebruik.

In de praktijk komt het vaak voor dat iemand pas tijdens een verslavingsbehandeling ontdekt dat de kern van het probleem dieper ligt — in een verstoorde relatie met het eigen lichaam. Dat besef kan pijnlijk zijn, maar ook een ingang vormen voor echt herstel.

Middelengebruik komt bij mensen met BDD niet zomaar uit het niets. De constante mentale belasting, zelfafwijzing en het zoeken naar controle over uiterlijk — het put uit. En wie geen andere uitlaatklep vindt, grijpt soms naar iets wat die scherpe randen even dempt.

Alcoholgebruik komt opvallend vaak voor. Ongeveer 40% van de mensen met BDD ontwikkelt vroeg of laat een alcoholgerelateerde stoornis. Niet om dronken te worden — maar om zich minder zichtbaar te voelen. Minder kwetsbaar. Meer zichzelf, juist omdat ze dat nuchter niet meer durven zijn.

Cannabis en hallucinogenen zijn ook veelvoorkomend. Ze vervormen de waarneming op een manier die soms als tijdelijk verlichtend wordt ervaren. Maar voor veel mensen versterkt het juist de afstand tot hun lichaam. Bijna de helft van de mensen met BDD heeft een geschiedenis van marihuanagebruik. Ongeveer 11% heeft stimulerende middelen gebruikt. En bij 16% is er sprake geweest van cocaïnegebruik — vaak als hulpmiddel om eetlust te onderdrukken of gewicht te beïnvloeden.

De relatie werkt soms twee kanten op. Aanhoudend middelengebruik beïnvloedt de hersenen — en daarmee ook hoe iemand zichzelf ervaart. Het perspectief op het eigen lichaam kan vervormen, zelfs als dat eerder nooit een probleem was.

Na verloop van tijd verandert niet alleen de waarneming, maar ook het lichaam zelf. Gewichtsschommelingen, huidproblemen, vermoeidheid — herstel maakt zichtbaar wat lange tijd is weggedrukt. Voor sommige mensen begint BDD pas echt in deze fase, als de schade tastbaar wordt en de mentale veerkracht nog kwetsbaar is.

Herinneringen aan het verleden, schaamte over gedrag in de actieve verslavingsfase, of het gevoel ‘defect’ te zijn — ze voeden een kwetsbaar zelfbeeld. En dat kan opnieuw leiden tot fixatie op uiterlijk. Vooral als er weinig ondersteuning is bij het verwerken van die lagen.

Herstel van verslaving kan gepaard gaan met een verstoord lichaamsbeeld
Tijdens herstel wordt het lichaam vaak opnieuw onderwerp van kritiek, vooral bij mensen die al worstelden met hun zelfbeeld.

Behandeling van body dysmorphic disorder

Wie aan herstel wil werken, heeft meer nodig dan motivatie. Cognitieve gedragstherapie (CBT) en, in sommige gevallen, medicatie vormen de basis van een effectief behandeltraject.

Cognitieve gedragstherapie (CBT)

CBT wordt wereldwijd beschouwd als de meest onderbouwde gespreksvorm bij de behandeling van BDD. Het helpt niet alleen om gedachten te onderzoeken, maar ook om gedragspatronen te herkennen die het probleem in stand houden.

Mensen met BDD richten zich vaak obsessief op kleine details: een neus die niet klopt, een huid die ‘verkeerd’ voelt, of spieren die nooit sterk genoeg zijn. Die details krijgen betekenis: “Als dit zo is, dan ben ik niet goed genoeg.” CBT leert die gedachten herkennen — en later ook uitdagen.

Mensen met BDD hebben vaak overtuigingen die stevig verankerd zitten in hun denken. Bijvoorbeeld: “Als ik onaantrekkelijk ben, zal niemand van me houden.” Die gedachte voelt niet als een mening, maar als een feit. En zolang die overtuiging blijft staan, wordt alles wat daar tegenin gaat automatisch afgewezen.

In cognitieve gedragstherapie (CBT) staat het onderzoeken van zulke overtuigingen centraal. Niet met de bedoeling om ze meteen te ‘fixen’, maar om ze eerst te herkennen. Gedachten en zelfspraak worden onder de loep genomen, zonder oordeel — zodat er ruimte ontstaat voor iets anders.

Geleidelijk leert iemand kijken naar zijn denkpatronen zoals ze zijn: herhalend, kritisch, en vaak niet kloppend. De therapeut helpt om daar afstand van te nemen, en vervolgens om nieuwe manieren van reageren aan te leren. Dat vraagt oefening. En geduld. Maar het werkt.

CBT richt zich niet alleen op het denken, maar ook op gedrag. Het helpt bij het doorbreken van patronen zoals het voortdurend controleren van het uiterlijk of het vermijden van spiegels. Ook wie naast BDD worstelt met verslaving, kan baat hebben bij deze aanpak.

Enkele technieken uit cognitieve gedragstherapie:

  • Negatieve gedachten onderzoeken. Herkennen, uitdagen en ontkrachten van gedachten die je zelfbeeld ondermijnen.
  • Gedachten leren observeren. Je bent niet wat je denkt. Door gedachten te zien komen en gaan, ontstaat er ruimte voor rust. Niet alles verdient aandacht.
  • Triggers herkennen. In kaart brengen welke situaties of omgevingen klachten oproepen — en daar bewuster mee omgaan.
  • Gewenning toepassen. Langzaam maar doelgericht blootgesteld worden aan wat eerst te veel was. Het brein leert, als je het de kans geeft.
  • Breder leren kijken. Weg van de hyperfocus, richting een vollediger beeld van wie je bent — als mens, niet alleen als lichaam.
Therapie en bewustwording als onderdeel van herstel bij body dysmorphia
Een holistische benadering helpt om verder te kijken dan uiterlijk en symptoombestrijding.

Medicatie bij body dysmorphic disorder

Voor sommige mensen is therapie alleen niet voldoende. In dat geval kan medicatie een aanvulling zijn, met name om onderliggende angst en depressie te verminderen.

SSRI’s (selectieve serotonineheropnameremmers) zijn de meest gebruikte medicatie bij BDD. Ze hebben niet alleen effect op stemming, maar helpen ook om obsessieve gedachten en dwangmatige gedragingen af te zwakken.

Soms worden ook andere middelen voorgeschreven, zoals benzodiazepines. Maar wie in herstel is van een verslaving, moet daar extra voorzichtig mee zijn. Deze middelen werken verslavend en kunnen afhankelijkheid versterken — ook als dat niet de bedoeling is.

Daarom is het cruciaal om in gesprek met een arts open te zijn over je voorgeschiedenis. Zo ontstaat er ruimte voor een behandelplan dat niet alleen werkt, maar ook veilig is op de lange termijn.

Groepstherapie en ondersteuningsgroepen bij BDD

Voor wie worstelt met body dysmorphic disorder — al dan niet in combinatie met verslaving — kan groepsondersteuning een belangrijke rol spelen in het herstel. De kracht van een groep zit niet alleen in herkenning, maar ook in het delen van ervaringen zonder dat daar direct een oplossing tegenover hoeft te staan.

In zo’n setting ontstaat ruimte om te spreken, te luisteren, en even op adem te komen. Je hoeft je niet uit te leggen — anderen weten vaak precies wat je bedoelt. Dat besef alleen al kan opluchten, juist als je lange tijd het gevoel hebt gehad dat je er alleen voor stond.

Groepssessies bestaan in allerlei vormen. Sommige zijn onderdeel van therapieprogramma’s, andere worden geleid door ervaringsdeskundigen. Er zijn ook 12-stappenprogramma’s zoals Emotions Anonymous die mensen met BDD kunnen ondersteunen — vooral als er ook sprake is van verslavingsproblematiek.

Klinische of poliklinische behandeling?

Niet iedereen heeft dezelfde zorgbehoefte. Voor sommige mensen is een tijdelijke klinische opname zinvol: een periode waarin ze wonen op een behandellocatie, met toegang tot therapeuten, medisch personeel, groepssessies en — afhankelijk van de instelling — ook lichaamsgerichte of creatieve therapieën.

Anderen hebben juist meer baat bij een poliklinisch traject: ze blijven thuis wonen en volgen gesprekken of groepssessies op vaste momenten in de week. Deze vorm van zorg geeft meer ruimte om het dagelijks leven door te laten gaan, terwijl je toch actief werkt aan herstel.

Wat het beste past, hangt af van je situatie. Of je kunt rekenen op steun uit je omgeving. Of je werk of studie kunt combineren met behandeling. En of je je veilig voelt in je eigen leefomgeving. Toegankelijkheid en haalbaarheid spelen daarin een grotere rol dan vaak wordt gedacht.

Visuele uitleg van body dysmorphia bij jongvolwassenen
Groepstherapie en klinische trajecten kunnen structuur en veiligheid bieden tijdens kwetsbare fases in het herstelproces.

Conclusie: je leven voorbij body dysmorphia

Body dysmorphic disorder is niet simpelweg een onzekerheid over uiterlijk. Het is een diepgewortelde verstoring van zelfbeleving, die dagelijks kan doorsijpelen in keuzes, relaties en emoties. En toch: er is beweging mogelijk.

Behandeling kan confronterend zijn. Het vraagt geduld en toewijding. Maar elke stap die je zet in bewustwording — elk moment van mildheid naar jezelf toe — maakt verschil. En wie eenmaal door dat proces heen is gegaan, weet: herstel is niet perfect. Maar het is echt.

Geraadpleegde bronnen:

De onderstaande referenties vormen de inhoudelijke onderbouwing van dit artikel.

Gerelateerde artikelen

Veelgestelde vragen

Wat is het verschil tussen onzekerheid en body dysmorphic disorder?

Onzekerheid over je uiterlijk is normaal, maar bij BDD raakt de fixatie op vermeende gebreken het dagelijks functioneren. Het verschil zit in intensiteit, duur en de impact op het leven.

Hoe wordt BDD vastgesteld?

Een diagnose wordt gesteld door een psycholoog of psychiater, vaak op basis van de criteria uit de DSM-5. Daarin wordt gekeken naar obsessieve gedachten, gedragingen en de invloed ervan op functioneren.

Welke behandelvormen zijn effectief bij BDD?

Cognitieve gedragstherapie (CBT) is de meest onderzochte en toegepaste behandelvorm. Soms wordt deze aangevuld met medicatie zoals SSRI’s, afhankelijk van de ernst en bijkomende klachten.

Waarom komt BDD vaak samen voor met verslaving?

Middelengebruik kan een manier zijn om met de emotionele last van BDD om te gaan. Daarnaast kan verslaving zelf het lichaamsbeeld en zelfvertrouwen verder aantasten.

Is volledig herstel van body dysmorphia mogelijk?

Herstel is mogelijk, maar vraagt tijd en begeleiding. De focus ligt op het ontwikkelen van een realistischer zelfbeeld, het loslaten van destructieve patronen en het versterken van emotionele veerkracht.

Klik op een ster om dit artikel te beoordelen!

Gemiddelde waardering 0 / 5. Stemtelling: 0

Tot nu toe geen stemmen! Ben jij de eerste dit bericht waardeert?


Ontvang je gratis exemplaar van Wie Ben Jij? en krijg inzichten en updates die je helpen bij je persoonlijke groei.

"Antwoorden op de belangrijkste vraag die je jezelf kunt stellen, vanuit een spiritueel filosofisch perspectief."


Image Not Found

Fact checking: Nick Haenen, Spelling en grammatica: Sofie Janssen

Fact checking: Nick Haenen
&
Spelling en grammatica: 
Sofie Janssen

Vinden

https://www.facebook.com/GoodFeeling.nl/
Goodfeeling - Instagram

Image Not Found