In het begin gebeurt er gewoon een ‘wonder’.
Anders is het niet te benoemen..
Als je jezelf in de spiegel zou zien, zou je het niet herkennen.
De warme borst van mama, de harige onderarm van papa.
Zonnestralen, lachen, huilen en de angst voor het donker.
Sommige dingen zijn prettig en andere zijn onaangenaam.
Maar dan veranderen de dingen.
Het ‘wonder’ splitst zich in tweeën.
Het wordt ‘ik’ en ‘alles wat niet ik is’.
Nu beginnen verlangen en strijd.
Nu streeft ‘ik’ ernaar om ‘alles wat niet ik is’ te maken zoals het wil.
Nu wordt wat prettig aanvoelt ‘goed’ en wat onaangenaam is ‘fout’.
Waarde ontstaat.
Maar al snel veranderen de dingen opnieuw.
Er ontstaat een derde categorie.
Tussen ‘ik’ en ‘alles wat niet ik is’ verschijnen andere mensen.
‘Andere ikken’.
Deze ‘andere ikken’ zijn een vreemd soort kruising.
Ze horen voornamelijk bij ‘alles wat niet ik is’, maar hoe meer waarde ze hebben, hoe meer ze zich een deel van ‘ik’ voelen.
De omhelzing van moeder en het gelach van vader zijn niet letterlijk van jou, maar ze zijn ook niet gescheiden van jou.
Als moeder blij is, ben jij blij en als vader boos is, voel jij je schuldig.
Dit maakt het ingewikkeld.
Nu moet ‘alles wat niet ik is’ niet alleen zijn zoals ‘ik’ het wil, maar ook zoals de
‘andere ikken’ het willen.
Met onderhandeling en compromis zijn ‘goed’ en ‘fout’ niet langer privé.
Waarde is niet langer privé.
Nu heb je geleerd “sociaal” te zijn
Maar je bent pas halverwege.
Hoe meer je het leven observeert, hoe meer je beseft dat ‘andere ikken’ fictie zijn.
Als je mensen hoort praten over andere mensen, praten ze voornamelijk over hun eigen meningen.
Je leert dat je meningen over anderen meer over jou zeggen dan over de betreffende personen.
En alleen bij bijzondere gelegenheden zie je mensen anderen behandelen als echte mensen.
Zelden voel je zelf dat een andere persoon net zo echt is als jij.
De naam voor dit wonder – leer je dan – is ‘liefde’.
Dan leer je nog meer.
Je merkt hoe je ergste ervaringen je grootste leermeesters worden.
En je leert dat krijgen wat je wilt de zekerste weg naar teleurstelling is.
En je ziet hoe proberen anderen te helpen hen vaak half zozeer pijn doet.
Kortom, je begrijpt dat ‘goed’ en ‘fout’ niet zo duidelijk zijn als je dacht.
Je laat deze labels los zoals je vlekken van een lens veegt.
Je ziet, alsof voor de eerste keer, objecten, gebeurtenissen en mensen als het mysterie dat ze zijn.
Een ‘wonder’.
En terwijl je je overgeeft aan dit mysterie, ontstaat er een nieuwe vraag in je.
Het is een absurde vraag, maar je kunt hem niet negeren.
Als een roos die door beton heen breekt, barst de vraag van binnenuit in je open.
En daar bloeit hij, even vreselijk als vol verwondering.
‘Leef ik het leven’, vraag je, ‘of leeft het leven mij?’
‘Ik’ en ‘alles wat niet ik is’.
‘Waar begint de een’, vraag je, ‘en waar eindigt de ander?’
‘Is het leven mijn spiegel of ben ik zijn weerspiegeling?’
En dan is er stilte, want woorden kunnen niet verder reizen dan hier.
Niet omdat er geen antwoord is op deze vragen, maar omdat het antwoord groter is dan alles wat gezegd kan worden.
De volgende dag word je zoals gewoonlijk wakker en ga je je gewone dag door op dezelfde gewone manier zoals je altijd hebt gedaan.
Anderen hebben geen flauwe notie, maar er heeft zojuist een wonder plaatsgevonden.
Het Universum is ontwaakt uit de droom die jij ooit was.
- Patrick Vervoort (2023)
Like ons op Facebook om meer artikelen zoals deze in je feed te zien verschijnen die je anders zou missen.