Natuurkundige en onderzoeker van uittredingen Tom Campbell, bekend om zijn werk met het Monroe Instituut en zijn boek “My Big TOE”, vertelt hoe hij tot de conclusie kwam dat bewustzijn fundamenteel is.
Ik had eigenlijk geen leraren op spiritueel vlak. Alles wat ik geleerd heb, kwam voort uit mijn eigen onderzoek naar bewustzijn, helemaal zelfstandig. Natuurlijk, ik heb wel boeken gelezen, maar niet eens zo veel. Ik ben niet bijzonder belezen over dit onderwerp. Toch vond ik aspecten binnen de oosterse filosofie die mij aanspraken en dacht ik: “Ja, dit spreekt me aan, dit werkt voor mij.” Maar dat was niet mijn startpunt. Mijn reis begon bij de wetenschap, door onderzoek en studie.
Mijn visie stelt dat bewustzijn het fundament is, de bron van alles. Tot deze conclusie kwam ik door mijn studies van mijn eigen bewustzijn. Ik ontdekte dat ik met mijn gerichte intentie dingen in de fysieke realiteit kon beïnvloeden, terwijl fysieke handelingen mijn bewustzijn niet echt konden veranderen. Voor mij bewijst dit dat de causaliteitspijl van bewustzijn naar het fysieke loopt.
Dit betekent dat bewustzijn het overkoepelende geheel is, en het fysieke slechts een onderdeel. Toen ik dat inzag, begreep ik dat bewustzijn en niet de materie, het fundamentele was. Mijn inzicht ontwikkelde zich parallel aan dat van Rupert, en geleidelijk aan maakte ik het mij eigen. Het gaat erom dat je kennis niet alleen begrijpt met je verstand, maar het ook belichaamt en er naar leeft. Pas dan wordt het echt van jou.
Leven volgens Inzicht
Na verloop van tijd transformeerde mijn begrip naar een dieper niveau van wat werkelijk belangrijk is, en wat niet. Enkele jaren in dit proces moest ik om mezelf lachen. Als de jonge, overmoedige natuurkundige die ik was – en dit geldt voor veel jonge mensen, begon ik deze zaken te verkennen rond mijn mid-twintiger jaren.
Mijn eerste ervaring met meditatie was rond mijn 22e of 23e. Deze ideeën bereikten mij als jongvolwassene en ik was verbaasd. Veel van wat ik over religie zag – niet de dogma’s of credo’s, maar de essentie – bleek eigenlijk waar te zijn. Dat was een openbaring voor mij, gezien mijn sceptische kijk op religie als iets voor de zwakken van geest.
Ik realiseerde me dat er twee werelden zijn waarin we leven: de objectieve en de subjectieve wereld. De meest betekenisvolle aspecten van het leven bevinden zich in de subjectieve wereld. Denk aan alle belangrijke keuzes die je maakt: wie je trouwt, welke baan je kiest, waar je woont. Deze zijn volledig subjectief. De objectieve wereld is slechts het decor. Hoewel sommige aspecten enigszins belangrijk kunnen zijn, ligt de werkelijke betekenis in het leven en zijn in de subjectieve wereld.
Als wetenschapper, onderzoekend wat echt, betekenisvol en significant is, kwam ik tot de conclusie waar Rupert ook staat: bewustzijn is fundamenteel en al het andere is daarvan afgeleid. Dit deed ik door een model van de realiteit te ontwikkelen, zoals natuurkundigen doen. Als product van de wetenschap onderzocht ik alle feiten die ik kende vanuit mijn studie naar bewustzijn en alle feiten die ik kende vanuit mijn studie naar natuurkunde. Ik vroeg me af: welk model kan al deze feiten, zowel subjectieve als objectieve, verklaren?
Ik heb hieraan gewerkt en uiteindelijk resulteerde dit in het schrijven van een boek. Mijn antwoord, in het kort, is dat bewustzijn over informatie gaat. Bewustzijn is een informatiesysteem. Waar we ons bewust van zijn in ons fysieke lichaam, dat ik de avatar noem, is slechts de informatie die we ontvangen via onze vijf zintuigen.
Maar binnen het bewustzijn zelf is er veel meer informatie. Alles wat subjectief is, valt ook onder informatie. Begrip is informatie. Kennis is informatie. Het gaat niet alleen om de informatie zelf, maar om wat je ermee doet, hoe je die data interpreteert. Dus de informatie is niet de data op zich, maar de inhoud, de betekenis, de significantie, het begrip dat eruit voortkomt.
Toen ik bewustzijn als een informatiesysteem zag, realiseerde ik me dat bewustzijn als systeem evolueert. Systemen veranderen; dat is gewoon hoe het werkt. We groeien, we veranderen. Ik wist dat ik gegroeid en veranderd was, en ik zag dat alles in de tijd groeit en verandert. Omdat ik natuurkundige ben, zie ik dingen als eindig. Daarom zou ik het woord ‘oneindig’ niet gebruiken.
Het is eindig, niet perfect, het weet niet alles, het kan niet overal tegelijk op letten. Het is een eindig systeem, maar voor ons lijkt het oneindig. Het is alles, niet alleen wat we kennen, maar ook alles wat we kunnen kennen. We kunnen niet buiten dit systeem stappen, omdat we er deel van uitmaken. We zijn slechts subsets van dat systeem.
Als je computerwetenschapper bent, zou je kunnen zeggen dat we een soort partitie van dat systeem zijn, een virtuele machine binnen een grotere machine. Hoe dan ook, we zijn slechts een deel daarvan. We zijn hetzelfde, en die oude uitdrukking dat we één zijn, is waar. We zijn inderdaad één.
Dus nu zag ik bewustzijn als een informatiesysteem. Informatiesystemen evolueren door hun entropie te verlagen, door informatie te creëren. En de waarde van die informatie zag ik als de kern van onze hele realiteit, die een virtuele realiteit is waar ons lichaam de avatar is en het bewustzijn de speler.
Like ons op Facebook om meer artikelen zoals deze in je feed te zien verschijnen die je anders zou missen.