Kruipend kom ik uit het dal van ongeluk
En bedrukt aanschouw ik weer een nieuwe zonWetend dat ik steeds weer uitkom bij het begin
Het wil niet lukken – toch – ik geef het nog niet opIk probeer steeds op beide benen te staan
Moe van het hinkelen langs die smalle wegMaar vaker vallend dan ik op kan staan
Blijf ik vaak liggen, vermoeid en bezwaardEr is geen moeite teveel, het liefst blijf ik liggen,
Maar deze onbekende kracht trekt mij weer opHet voedt mijn wil, doch lang niet vaak genoeg
Want ik strijdt een oorlog waar ik niet in vechten wilMet af en toe een lach in een oceaan, zout van mijn gehuil
loop ik weer tegen de lamp, ik hou het hier niet uitIk ben ontroostbaar gebleken, omdat ik weet:
Wie mij troost, draagt eenzelfde leed.
Like ons op Facebook om meer artikelen zoals deze in je feed te zien verschijnen die je anders zou missen.