onze ziel op aarde

De Verlichting Van Een Bijna-Doodervaring: Andy’s Reis Terug Naar Het Licht


1667 keer gelezen sinds
11
minuten leestijd
11
minuten leestijd
1667 keer gelezen sinds

Het is altijd een raadsel voor me geweest waarom we precies hier zijn — waarom we leven zoals we leven. Maar op een dag, lang geleden, kreeg ik een glimp van iets groters. Het was 1955, twee dagen voor mijn afstuderen. Onze klas ging picknicken bij een meer, ergens in Michigan. De lucht was helderblauw, het gras voelde warm onder onze voeten, maar het water bleef koud, zoals altijd daar. IJskoud.

Na de lunch en wat gelach bij de spelletjes, zag ik een paar vrienden op een houten vlot ver in het meer. Ze wenkten me. Ik aarzelde even. De kou trok me niet aan. Maar ik zette me af en dook — het water sloeg als glas tegen mijn borst, sneed als messen over mijn huid. Het was alsof mijn lichaam direct in verzet ging. Maar ik zwom door.

Halverwege voelde ik iets knappen in mijn onderbuik. Een verlammende kou trok me omlaag. Mijn benen deden niet meer mee. Mijn armen sloegen nog, maar mijn lijf was al aan het opgeven. Water stroomde mijn mond in, en ik voelde het branden in mijn longen. Er was geen boven of onder meer — alleen paniek, ademtekort en een oncontroleerbare stilte die op me afkwam.

Toen brak ik door het oppervlak. Mijn hoofd kwam boven. Zonnevlekken flitsten over mijn zicht. Ik zag het vlot. De jongens. Ze zwaaiden. Ik probeerde te roepen, maar mijn keel zat vol water. Mijn arm ging omhoog. Ze zwaaiden terug.

Even dacht ik: misschien denken ze dat ik gewoon gek doe. Maar ik zonk. En dit keer wist ik: ik zou niet meer boven komen. De kou veranderde in iets rauws, iets wat mijn botten beet. Ik voelde hoe ik dieper zakte. Donkerte. Stilte. En dan: het glibberige gevoel van wier dat om mijn enkels draaide. Mijn voeten raakten iets stevigs. De bodem.

Ik zat. Vast. In het slib, tussen wortels en modder. Mijn handen probeerden me af te zetten, maar alles om me heen gaf mee. Ik bewoog niet meer. Alles in mijn lijf schreeuwde. Dit is het dan. Dit is het moment waarop ik sterf.

En precies toen, uit het niets, hoorde ik een stem. Zacht. Dichtbij. Alsof het ergens al die tijd gewacht had. Ik herkende de toon, maar wist niet van wie. En de stem zei: “Andy, je moet stoppen. En even rusten.”

Ervaring van loslaten tijdens een bijna-doodervaring
Onze grootste inzichten ontstaan vaak op het moment dat alles stilvalt.

Ik antwoordde — in mijn hoofd, of misschien ergens daarbuiten —: “Ben je gek geworden? Ik moet naar boven. Eén ademhaling, dat is alles wat ik vraag. Eén.” Maar de stem bleef kalm: “Je moet echt even stoppen. Ontspan. Laat los.”

Ik wilde niet loslaten. Maar de stem bleef aandringen. “Laat los.”

“Als ik loslaat,” zei ik, “breng je me dan naar boven?”

“Als je loslaat,” klonk het, “komt alles goed.”

Ik vroeg: “Beloof je het?”

“Ja,” zei de stem, “ik beloof het.”

En toen, ergens tussen angst en overgave, fluisterde ik: “Oké. Ik zal loslaten.”

Op het moment dat het woord ‘loslaten’ zich in mijn hoofd vormde, leek er iets te knappen — niet in mij, maar om mij heen. Alsof ik losscheurde van mijn lichaam, zonder kracht, zonder weerstand. Plotseling was ik ergens anders. Tussen werelden, zonder gevoel van tijd. Ik bevond me in een tunnel. Ik weet niet hoe ik daar kwam. Ik was er gewoon. En alles voelde… goed. Ik kon weer ademen. Warmte stroomde door me heen. Er was geen paniek meer. Geen kou. Alleen licht en stilte.

Ik voelde me gedragen. Alsof alles wat ik ooit had gemist, me daar opwachtte. Een golf van vreugde trok door me heen — een onvoorwaardelijke liefde die me omhulde, zonder iets te eisen. Ik keek naar beneden. En daar lag mijn lichaam. Aan de bodem van het meer, stil, verloren in het donker. Maar het deed me niets. Ik wist dat ik daar niet meer thuishoorde.

Toen draaide ik me om. Of misschien werd ik gedraaid. In elk geval keek ik nu richting iets anders — een lichtpunt, klein maar ongelooflijk fel. Zo fel dat het me normaal zou verblinden. Maar het deed geen pijn. Het trok aan me. Niet met geweld, maar met een onmiskenbare kracht. Alsof ik deel uitmaakte van een onzichtbare stroom. Ik gleed ernaartoe.

En toen, zonder overgang, bevond ik me in iets dat geen tunnel meer was. Ik zweefde in het hart van een immense bol. Rondom mij, in alle richtingen, flonkerden bewegende schermen. Alsof ik omringd werd door herinneringen — alle levens die ik ooit had geleefd. Elk moment, elke beslissing, elke aanraking. Ze waren daar. En ik begreep alles. Niet als iets wat ik moest analyseren, maar als iets wat ik meteen voelde.

Wanneer ik naar een van die scènes keek, herbeleefde ik die. Maar niet alleen door mijn eigen ogen. Ik voelde ook wat de ander voelde. Elk woord dat ik ooit had gesproken, elke blik die ik had geworpen — ik voelde het effect dat het had op de ander. Alles was transparant. Alles was waar.

Ik ging door levens waarin ik vrouw was, kind, reiziger, zoeker — zelfs door werelden die ik met geen mogelijkheid kon thuisbrengen. Er zat geen logica in. Geen begin, geen einde. Het leek alsof ik daar maanden was, misschien langer. Maar ergens wist ik dat het op aarde niet meer dan een kwartier had geduurd.

Beeldende verbeelding van het ervaren van eerdere levens tijdens een bijna-doodervaring
Wanneer het verleden zich opent als een waaier, verdwijnen tijd en betekenis.

Langzaam keerde ik terug naar de tunnel. Of misschien keerde alleen mijn aandacht terug. En daar, vlak voor me, stond het licht. Dichterbij dan ooit. Zo dichtbij als het scherm waar ik nu naar kijk. En het sprak. Niet met woorden, maar ik hoorde het toch: “Andy, ik hou van je.”

Het verraste me dat het licht mijn naam kende. En meteen daarna voelde ik iets groters. Een koor van stemmen — duizenden, miljoenen, misschien meer — die samen zeiden: “Welkom thuis, Andy.” En in dat moment werd ik licht. Niet verlicht, maar letterlijk licht. Geen lichaam. Geen ik. Ik was geen onderdeel van het licht — ik wás het licht. Geen groter of kleiner. Geen meer of minder. Eén.

En in dat licht… wist ik alles. Niet als feitelijke kennis, maar als compleet begrip. Ik had geen vragen meer. Alles was er al. Alles wás mij. Het licht lachte. Het had een gevoel voor humor dat ik nooit eerder had ervaren. Warm, speels, allesomvattend. Terwijl ik mijn levens bekeek in de bol, zei het licht: “Kijk eens hoe boos je daar werd. Wat maakte het uit? Waarom heb je daar niet gewoon plezier gehad?”

Het leven op aarde, zei het, was als een toneelstuk. Een spel. Acht miljard spelers, elk met een ander kostuum. Verschillende religies, achtergronden, talen. Maar als het doek valt, als de kostuums uitgaan, is iedereen hetzelfde. We zijn gemaakt van hetzelfde licht. Eén bewustzijn, verdeeld in miljoenen ervaringen. En we komen hier niet om te begrijpen — we komen om te ervaren wat we daar niet kunnen. We komen om te vergeten, om te voelen, om opnieuw te leren wat we eigenlijk al weten.

Het licht voelde als thuiskomen. Een plek zonder tijd, zonder rangen of grenzen. Geen oordeel, geen boven of onder. Alleen beweging, groei en nieuwe ervaringen. Geen sleur, maar een voortdurende verrassing. Het voelde alsof ik er eeuwen was geweest — misschien wel langer.

En toen zei het licht plotseling: “Andy, je moet terug.”

Ik schrok. “Nee, nee… dat is een vergissing. Ik ga niet terug.”

Maar het herhaalde zich: “Andy, je gaat terug.”

Ik protesteerde. “Ik ben thuis. Ik hoor hier. Waarom zou ik weer gaan?”

Voor de derde keer hoorde ik: “Andy, je gaat terug.”

En op het moment dat het woord ‘terug’ viel, voelde ik een kracht die me als een wervelwind terugzette in mijn lichaam. Niet zacht. Niet geleidelijk. Het was alsof ik geplet werd door het gewicht van vlees en tijd. Een onaangename schok — het tegenovergestelde van het licht.

Ik lag op het zand, mijn gezicht half in het natte grind. Iemand duwde op mijn rug. Water stroomde uit mijn longen. De kou was terug. Het lichaam was terug. Maar ik was niet meer dezelfde.

Dit alles gebeurde lang voor reanimatie bestond. In de jaren vijftig had niemand het over bijna-doodervaringen. En toch herinner ik me ieder detail, elke seconde. Er was geen moment van black-out. Geen leegte. Alleen een vloeiende, onafgebroken bewustzijnsstroom — van het moment dat ik zonk tot het moment dat ik opnieuw ademde.

Toen ik mijn ogen opende, vroeg iemand wat er was gebeurd. Ik loog. Ze zouden het toch niet begrijpen. Ik zei dat ik me niets herinnerde. Maar diep vanbinnen wist ik dat ik iets had meegemaakt wat mijn leven voorgoed zou markeren. Het duurde bijna dertig jaar voordat ik het durfde uit te spreken.

Pas toen ik het boek ‘Life After Life’ van Dr. Moody las, viel alles op zijn plaats. Eindelijk wist ik: ik was niet gek. Mijn ervaring had een naam. Een vorm. Een betekenis. En die herinnering — de vreugde, de rust, de eenheid — is nog steeds levendig in mij aanwezig.

Ik wil terug naar huis. Terug naar het licht. Maar tot het zover is, draag ik mijn terugkeerticket stilletjes met me mee. En tot die dag komt, blijf ik hier. Om lief te hebben. Om zacht te zijn. En om te weten dat ik nooit echt gescheiden ben geweest van wie ik werkelijk ben.

Waarom ik hier ben, doet er eigenlijk niet toe. Wat ertoe doet, is dát ik hier ben. En dat jij hier bent. Dat we elkaar kunnen aanraken, zien, iets voor elkaar kunnen betekenen — al is het maar een glimlach op het juiste moment. Sinds mijn ervaring weet ik dat we allemaal op weg zijn naar hetzelfde thuis. En onderweg hebben we een keuze: liefde of angst. Ik kies liefde. Niet omdat ik het altijd voel, maar omdat ik weet dat het de enige echte richting is.

Elke keer dat ik iemand help zich beter te voelen, voel ik dat ook zelf. Elke keer dat ik boos word of iemand veroordeel, voel ik dat oordeel ook in mezelf. We zijn allemaal één, verweven in hetzelfde licht. En dat licht is geduldig. Het wacht. Het herinnert. Het nodigt uit. Mijn boodschap is eenvoudig, en tegelijk allesomvattend: kies liefde boven haat. Vreugde boven bitterheid. Samen boven alleen.

Mijn verhaal speelt zich af in de jaren vijftig — een tijd waarin reanimatie nog geen gemeengoed was. Ik was nog maar een jongen toen ik bewusteloos raakte en naar de bodem van een meer zonk. Maar vreemd genoeg bleef ik wakker. Ik was erbij, terwijl ik dreef tussen leven en dood.

Er was geen enkel moment van leegte. Geen onderbreking. Het bewustzijn vloeide gewoon door. Mijn lichaam lag daar, stil, verlaten, maar ik was ergens anders — in het licht. En toen ze me vonden, maakte het me niet uit wie het was. Ik wilde maar één ding: terug. Niet naar het strand, maar naar waar ik vandaan kwam. Naar de warmte. De eenheid.

Toen ik weer kon ademen, vroeg men me wat er was gebeurd. Ik zei dat ik het niet wist. Dat was niet waar. Maar ik kon de taal nog niet vinden. Ik had iets meegemaakt waarvoor toen nog geen woorden bestonden. Het duurde bijna dertig jaar voordat ik mijn verhaal durfde te delen. En nu, zoveel jaren later, weet ik zeker: ik ben een vonk van datzelfde licht. Een afstemming, een verschijning — even hier, in de tijd.

Ik ben geboren ergens tussen 1937 en 2022. Wat dat precies betekent, weet ik niet. Maar het bracht me tot hier, en dat is genoeg. Dat is mijn verhaal.

Andy is de auteur van twee boeken:

  1. Alive in the Light: Remembering the Light Eternity
  2. Remembering the Light Through Poetry.

Veelgestelde Vragen

Wat is een bijna-doodervaring?

Een bijna-doodervaring (BDE) is een diepgaande, persoonlijke ervaring die mensen hebben wanneer ze klinisch dood zijn of in levensbedreigende situaties verkeren.

Wat zijn de meest voorkomende kenmerken van een bijna-doodervaring?

Veel voorkomende kenmerken zijn het zien van een fel licht, een gevoel van vrede, een tunnelervaring, en het zien van overleden geliefden of spirituele wezens.

Hoe beïnvloedt een bijna-doodervaring iemands leven?

Mensen die een BDE hebben ervaren, rapporteren vaak diepe spirituele veranderingen, een verhoogd bewustzijn en een vermindering van angst voor de dood.

Wat is de rol van liefde en verbinding in een bijna-doodervaring?

Liefde en verbinding zijn centrale thema’s in veel BDE’s, waarbij mensen een sterk gevoel van onvoorwaardelijke liefde en verbondenheid met alles ervaren.

Hoe kan ik meer leren over bijna-doodervaringen?

Lees boeken, wetenschappelijke artikelen en persoonlijke verhalen, zoals die van Andy Petro, om meer inzicht te krijgen in dit fascinerende fenomeen.

Klik op een ster om dit artikel te beoordelen!

Gemiddelde waardering 0 / 5. Stemtelling: 0

Tot nu toe geen stemmen! Ben jij de eerste dit bericht waardeert?

Image Not Found

Fact checking: Nick Haenen, Spelling en grammatica: Sofie Janssen

Fact checking: Nick Haenen
&
Spelling en grammatica: 
Sofie Janssen

Vinden

https://www.facebook.com/GoodFeeling.nl/
Goodfeeling - Instagram

Image Not Found