In een onverwachte wending van de natuur blijken bepaalde vijgenbomen in Kenia niet alleen vruchten voort te brengen, maar ook CO₂ uit de lucht te vangen en om te zetten in steen.
Wetenschappers ontdekten dat deze bomen kalkachtige afzettingen kunnen vormen in hun stam en in de bodem eromheen, waarmee koolstof langdurig wordt vastgelegd in een stabiele, minerale vorm. Dit grotendeels onbekende koolstofpad, eerder vooral onderzocht bij niet-fruitdragende bomen, zou een waardevolle rol kunnen spelen in klimaatoplossingen – zeker binnen agroforestry-systemen.
Vijgenbomen die steen vormen
Nieuw onderzoek laat zien dat sommige vijgenbomen in Kenia over een opmerkelijk vermogen beschikken: ze kunnen koolstofdioxide (CO2) uit de lucht opnemen en omzetten in calciumcarbonaat – een proces waarbij letterlijk steen wordt gevormd in hun stam en in de omliggende bodem.
Het onderzoek, uitgevoerd door een internationaal team van wetenschappers uit Kenia, de VS, Oostenrijk en Zwitserland, werd gepresenteerd tijdens de Goldschmidt-conferentie over geochemie in Praag.
Deze vijgenbomen behoren tot de eerste bekende fruitdragende soorten die gebruikmaken van een proces dat bekendstaat als de oxalaat-carbonaatroute. Dat betekent dat ze CO2 niet alleen opslaan in organische structuren zoals hout en bladeren, maar ook in de vorm van vaste mineralen diep in hun stam en de omliggende bodem.

Een verborgen koolstofpad
Alle bomen gebruiken fotosynthese om CO2 uit de lucht te halen en om te zetten in organisch materiaal zoals hout, bladeren en wortels. Daarom worden bossen vaak genoemd als natuurlijke klimaatoplossing.
Maar sommige bomen gaan een stap verder. Ze zetten CO2 om in kleine kristallen van calciumoxalaat. Wanneer delen van de boom afsterven en vergaan, zetten microben en schimmels deze kristallen om in calciumcarbonaat. Dat mineraal slaat koolstof veel langer op dan organisch materiaal, en maakt de bodem tegelijkertijd alkalischer en rijker aan voedingsstoffen.

Dr. Mike Rowley, hoofddocent aan de Universiteit van Zürich (UZH), presenteert het onderzoek op de Goldschmidt-conferentie. Hij licht toe: “We kennen de oxalaat-carbonaatroute al langer, maar het potentieel om koolstof op deze manier vast te leggen is nog onderbelicht. Als we bomen planten voor agroforestry vanwege hun vermogen om CO2 als organische stof op te slaan én voedsel te leveren, zouden we beter bomen kunnen kiezen die óók anorganische koolstof opslaan — in de vorm van calciumcarbonaat.”
Inzicht via synchrotron en microben
Het team, afkomstig van UZH, Nairobi Technical University, Sadhana Forest, Lawrence Berkeley National Laboratory, University of California Davis en de Universiteit van Neuchâtel, onderzocht drie soorten vijgenbomen in Samburu County, Kenia. Ze brachten in kaart hoe ver van de boom het calciumcarbonaat werd gevormd en welke micro-organismen daarbij betrokken waren. Met behulp van synchrotron-analyse bij het Stanford Synchrotron Radiation Lightsource ontdekten ze dat calciumcarbonaat zich zowel op de bast als dieper in het hout vormde.
Volgens Dr. Rowley: “Naarmate het calciumcarbonaat ontstaat, wordt de bodem rond de boom alkalischer. De vorming gebeurt zowel aan de buitenkant van de stam als binnenin het houtweefsel — vermoedelijk doordat micro-organismen kristallen afbreken aan het oppervlak én dieper de stam binnendringen. Het wijst erop dat anorganische koolstof dieper wordt vastgelegd dan we tot nu toe dachten.”
Van de drie onderzochte soorten vijgenbomen bleek Ficus wakefieldii het meest effectief in het vastleggen van CO2 als calciumcarbonaat. De onderzoekers willen nu de geschiktheid van deze soort voor agrobosbouw verder onderzoeken door te kijken naar de waterbehoefte, fruitopbrengst en de hoeveelheid CO2 die onder verschillende omstandigheden kan worden opgeslagen.
Potentie voor agroforestry en prestaties van vijgenbomen
Tot nu toe is het meeste onderzoek naar de oxalaat-carbonaatroute uitgevoerd in tropische gebieden, en dan meestal bij bomen die géén voedsel produceren. De eerste soort waarbij deze route actief werd aangetoond, was de iroko (Milicia excelsa) — een boom die in de loop van zijn leven tot één ton calciumcarbonaat in de bodem kan opslaan.
Calciumoxalaat is een van de meest voorkomende biomineralen en wordt door veel plantensoorten gevormd. De micro-organismen die dit omzetten in calciumcarbonaat komen eveneens breed voor.
Op weg naar een wereldwijde boomoplossing
“Calciumcarbonaat is makkelijker aan te tonen in droge omgevingen,” aldus Dr. Rowley. “Maar ook in nattere gebieden kan koolstof nog steeds worden vastgelegd. We hebben inmiddels meerdere boomsoorten geïdentificeerd die dit mineraal kunnen vormen — en we vermoeden dat het er nog veel meer zijn. Dat opent de deur naar een grotendeels onbenutte, natuurlijke route om CO2-uitstoot te beperken, juist bij het planten van bomen voor voedselproductie of bosbouw.”
Geraadpleegde bronnen:
Conferentie: Goldschmidt 2025
De Goldschmidt-conferentie is wereldwijd het toonaangevende congres op het gebied van geochemie. Het is een gezamenlijk initiatief van de European Association of Geochemistry en de Geochemical Society (VS), met een verwachte opkomst van 4000 deelnemers. De editie van 2025 vindt plaats in Praag, Tsjechië, van 6 tot 11 juli.
Met dank aan SciTechDaily.com
Deze artikelen vind je misschien ook interessant
Veelgestelde vragen
Hoe leggen vijgenbomen CO₂ vast als steen?
Bepaalde vijgenbomen, zoals Ficus wakefieldii, gebruiken een proces waarbij CO₂ uit de lucht wordt omgezet in calciumoxalaat. Wanneer dit mineraal afbreekt, vormen microben calciumcarbonaat — een vaste stof die koolstof langdurig opslaat in stam en bodem.
Wat is de oxalaat-carbonaatroute?
De oxalaat-carbonaatroute is een biochemisch proces waarbij planten calciumoxalaat vormen, dat later door micro-organismen wordt omgezet in calciumcarbonaat. Het biedt een alternatieve manier om koolstof langdurig vast te leggen naast houtvorming.
Waarom is calciumcarbonaat belangrijk voor het klimaat?
Calciumcarbonaat is een zeer stabiele mineraalvorm van koolstof. In tegenstelling tot organisch materiaal vergaat het niet snel, waardoor het een duurzame manier is om CO₂ uit de atmosfeer te halen.
Zijn er meer bomen die dit proces gebruiken?
Ja, de iroko-boom was de eerste bekende soort met een actieve oxalaat-carbonaatroute. Onderzoekers vermoeden dat nog veel meer boomsoorten, ook vruchtbomen, dit vermogen bezitten.
Kunnen deze bomen worden ingezet in agroforestry?
Dat is precies wat onderzoekers nu verder onderzoeken. Bomen zoals Ficus wakefieldii combineren voedselproductie met effectieve koolstofopslag, wat ze aantrekkelijk maakt voor duurzame landbouwsystemen.